In 2023 waren er talloze ontslaggolven bij grote game-ontwikkelingsbedrijven en deze trend zet zich voort in 2024. Kleinere ontwikkelaars worden ook getroffen, omdat game-uitgevers voorzichtiger zijn met hun investeringen. Dit was echter volledig te voorzien.
De door de pandemie veroorzaakte groei van de inkomsten uit videogames, naast goede investeringsvoorwaarden, betekende dat investeerders geld in game-ontwikkeling staken. Veel bedrijven breidden uit en speculeerden op aanhoudend succes. Na de lockdown zijn videogames voorspelbaar iets gekrompen en zijn de investeringsvoorwaarden verslechterd, dus beleggers willen snel rendement zien, maar dit is niet de aard van game-ontwikkeling. Deze botsing creëerde een situatie waarin veel bedrijven hun bedrijfskosten radicaal moeten verlagen, wat resulteert in golven van ontslagen.
Niets van dit alles wordt gedreven door de creatieve processen van game-ontwikkeling, en de creativiteit van de industrie wordt verzwakt door het nemen van minder risico's, onstabiele werkplekken en kleinere teamgroottes.
Deze ontslagen ontwortelen duizenden gezinnen. Om van baan te veranderen, moet men vaak verhuizen, soms zelfs naar het buitenland gezien het internationale karakter van de branche, om passend werk te vinden. De stress, zowel voor degenen die achterblijven als voor degenen die ontslagen zijn, heeft ook reële gevolgen voor de gezondheid. De puinhopen van deze ontslagen kunnen nieuwe mkb’ers creëren, maar met uitgevers die met vergelijkbare problemen worden geconfronteerd, hebben mkb’ers mogelijk geen toegang tot de fondsen die ze nodig hebben.
En toch is de industrie nog steeds enorm winstgevend. Daarom is het zaak dat verbeterd strategisch leiderschap stabiele creatieve werkplekken op de lange termijn boven winstmaximalisatie op korte termijn gaat stellen. Overheden moeten werken aan het creëren van gezonde ecosystemen voor de ontwikkeling van videogames, waarbij bedrijven worden ondersteund door middel van infrastructuur en fiscale prikkels, zoals te zien is in Canada, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Dit creëert stabiliteit voor bedrijven en hun werknemers, wat leidt tot zowel economische als culturele winst.