Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met laten zien hoe techniek er in de echte wereld uitziet, in plaats van op papier in je natuurkunde- of wiskundeboek. Ik weet nog hoe oninteressant ik vroeger op school logaritmes vond, haastig uitgelegd via stugge theorie zonder enige link met de echte wereld. Diezelfde logaritmes bij Thales zorgen er nu voor hoe we in een radar het geluid van een vogel en een drone van elkaar kunnen onderscheiden. Of ze helpen de zorg met kijken hoe iets als de coronapandemie zich ontwikkelde.
Als hightech sector kunnen en moeten we meer doen om technische studies en beroepen een beter podium te geven. Als technische bedrijven zijn we tenslotte onze beste ambassadeurs. Vanuit Thales investeren we daarom ook flink in onze banden met kennisinstituten; denk aan afstudeeropdrachten, gastcolleges, rondleidingen, workshops en zelfs op maat gemaakte escaperooms.
We kijken vanuit Thales samen met kennisinstituten hoe we het beste kunnen helpen. Scholen nemen bijvoorbeeld afscheid van techniekopleidingen, omdat ze duur zijn. Dat betekent voor mij dat er een extra grote verantwoordelijkheid bij het bedrijfsleven ligt, bijvoorbeeld om apparatuur te delen.
Een andere grote uitdaging is en blijft de instroom van meisjes. Daar denken we voortdurend over na en zetten we veel acties op, maar de instroom blijft achter bij de doelstellingen. Op het vwo zijn er meer meisjes dan jongens die technische profielen kiezen, terwijl op de TU minder dan 10 procent van de studenten vrouw is. Het lukt nog onvoldoende om dat te veranderen. Hier blijft talent op de plank liggen. Bieden we meisjes wel voldoende dezelfde kansen als jongens? En laten we ook aan hen voldoende zien waarom techniek fantastische carrièremogelijkheden biedt? Als industrie moeten we meer en efficiënter investeren in de jongste generaties, net zoals we dat al in onze eigen mensen doen.