Op de agenda van de Tweede Kamer deze woensdag: een mkb-loket, financieringshub en CO2-voetafdrukmeting. Klinkt mooi als het gaat over het verduurzamen van het mkb, het laat zien dat de overheid serieus bezig is met het helpen van mkb-bedrijven bij verduurzaming. Maar het is pleisters plakken op een gebroken arm. Zeker als je kijkt naar de uitdaging die deze bedrijven hebben. Die uitdaging is niet op te lossen in de marge van subsidies en loketten, maar met een antwoord op de grotere vragen.
Van het mkb wordt vaak gezegd: het kan niet meekomen met de regels van verduurzaming. De bakker op de hoek heeft geen tijd om zich bezig te houden met het aanvragen van subsidies; het is niet begrijpelijk, toegankelijk en eenvoudig genoeg. Veel van de diensten die de overheid inricht zijn dus gericht op het beantwoorden van vragen van die mkb’ers en niet te veel regels bedenken. Het bredere perspectief ontbreekt echter vaak; ook in de debatten van de afgelopen tijd.
Waarom toont de politiek niet een keer lef en stelt zichzelf de vraag: welke van de huidige regels kunnen we afschaffen? Waar zijn minimum kwaliteitsstandaarden nodig om duurzaam ondernemen eenvoudiger te maken dan niet-duurzaam ondernemen? Hoe kunnen we producten en diensten zo beprijzen dat de markt voor duurzaam ondernemen aangejaagd wordt in plaats van tegengewerkt?
Juist in het netwerk van MVO Nederland laten mkb-bedrijven zien hoe hard ze moeten werken om te verduurzamen. Van matrassenfabrikant Auping tot de bakkers van Amarant Bakkers of de fietsenbouwers van Roetz Bikes. Ze zijn bezig met duurzaamheid omdat ze erin geloven. Met volle bak energie laten ze zien dat duurzaam ondernemen wél financieel en commercieel aantrekkelijk kan. Maar het zou zo fijn zijn als dat allemaal wat eenvoudiger kan. Zodat de rest niet blijft wachten tot ‘ie aan de beurt is bij het zoveelste mkb-loket.