Een gemiste kans, met verbranding van plastic gaan er waardevolle grondstoffen verloren. Iets dat Nederland zich in het streven naar een circulaire economie en de toenemende grondstoffenschaarste niet kan veroorloven. Het is juist zaak, geopolitiek én economisch gezien, de grondstoffentransitie te versnellen. Om deze omslag naar een circulaire economie te maken, is een gecoördineerde en centrale uitvoering nodig. Daarom heeft Nederland heeft een minister Circulaire Economie nodig. Terwijl politiek Den Haag worstelt met het vormen van een kabinet, is dit een van de belangrijkste punten die hoog op de agenda moeten staan. Wat voor kabinet er ook komt.
De circulaire economie is geen losstaande opgave, maar een systeemverandering die meerdere ministeries raakt. Van deze systeemverandering heeft bovendien iedereen in Nederland profijt: de consument, overheden en bedrijven. We versterken onze internationale concurrentiepositie, besparen geld en houden waardevolle grondstoffen in Nederland, waardoor we minder afhankelijk van landen buiten Europa worden.
De roep om een minister van Circulaire Economie doet het Afvalfonds in een brief aan de nieuwe formateur. Ook roept het Afvalfonds op om de verwerkingscapaciteit voor ingezamelde grondstoffen uit te breiden. Verbranding van bijvoorbeeld verpakkingshout waarmee energie wordt opgewekt. Dat is een makkelijke oplossing, maar weinig circulair.
Een circulair systeem vraagt om veel intensievere, technischere verwerking van ingezameld afval. Daar komt bij dat door de lage plastic prijzen de huidige verwerkingscapaciteit onder druk staat. Om te voorkomen dat de capaciteit daalt en om stappen te zetten naar een circulair systeem, zijn investeringen in recyclecapaciteit in Nederland én is een grotere reservering van onze schaarse ruimte nodig. Dit is vereist veel meer aandacht van zowel de EU als het kabinet. Nederland heeft ambitieuze doelen gesteld in het Nationaal Programma Circulaire Economie, maar er is meer financiering nodig om ook tot de noodzakelijke innovatie te komen.