'Leiders die angstcultuur willen doorbreken, moeten juist risico’s nemen'




Leidinggevenden die een angstcultuur willen voorkomen of doorbreken, hebben de neiging heel voorzichtig te zijn. Maar door op eieren te lopen, zorgen zij juist voor een onveilige cultuur. Wat veel beter werkt, is risico’s nemen. Leiders die een cultuur nastreven waarin het nemen van risico's de norm is, zorgen voor veiligheid. 

Door alle recente voorbeelden in de media van ‘foute’ leiders, ligt leiderschap onder een vergrootglas. Ook bij organisaties waar sprake is van goed leiderschap, leidt dat tot voorzichtigheid. Uit angst om iets verkeerds te doen of te zeggen, gaan leiders elk risico uit de weg. Dat lijkt een logische reactie, maar heeft het omgekeerde effect.

Om als ceo, bestuurder of manager te overleven, kun je maar beter pamperen, begripvol zijn en veel ruimte geven, is het idee. Maar wanneer iedereen continue voorzichtig en terughoudend is, confrontaties uit de weg gaat en geen kritische feedback durft te geven, ontstaat er een lamgeslagen club met een onveilig werkklimaat. Niemand weet waar hij of zij aan toe is. 

Het is daarom belangrijk dat leidinggevenden een cultuur nastreven waarin het nemen van risico’s normaal is. Bijvoorbeeld door het aanspreken van anderen, het aangaan van experimenten en het durven toegeven van fouten. 

Leidinggevenden die een gezond werkklimaat nastreven moeten niet terugschrikken om duidelijke opdrachten en doelen te geven, medewerkers aan te spreken en te beoordelen en heel helder te zijn over verwachtingen. Daar zijn ze voor aangenomen.

Wanneer er sprake is van echt bullebak leiderschap of grensoverschrijdend gedrag, zoals omschreven in het rapport Van Rijn, dan is ontslag een goed idee. Maar een leiderschapswissel is dus niet genoeg. 

Een goede eerste stap naar een veilige cultuur is om met elkaar te bespreken waarom voorzichtigheid een logische reactie is op de ontstane cultuur. Pas als je dat gedrag doorziet, is veranderen mogelijk. 

Nieuwer Ouder