‘Minder autonomie sinds nieuw inburgeringsstelsel’, kopte Binnenlands Bestuur naar aanleiding van een onderzoek onder asielmigranten naar de Wet inburgering 2021 (de Wi2021). Een aantal had de ambitie om snel de taal te leren. Maar zij misten de vrijheid van keuze voor een taaltraject; een gebrek aan flexibiliteit en autonomie die er wel was onder de vorige wet, de Wi2013.
Maar het lijkt erop dat niet zozeer het ontbreken van vrijheid van keuze qua leerroute het probleem is dat ambitieuze mensen ervaren. Wat hen vooral lijkt tegen te staan, is het wachten op een gemeentelijk aanbod of de kwaliteit van het taaltraject.
In 2021 pleitte de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken ervoor dat de kwaliteit van het inburgeringsonderwijs beter gewaarborgd moet worden, met toezicht van de onderwijsinspectie. Terecht: er is geen gegarandeerde kwaliteit.
Daarmee is niet gezegd dat de kwaliteit ondermaats is, maar ik maak me wel ernstig zorgen over die kwaliteit. Juist dit probleem kan worden opgelost door asielstatushouders de door hen gewenste autonomie te geven waarmee zij trajecten bij goede taalscholen kunnen inkopen.
Een voorwaarde daarbij is wel dat het bedrag van de lening, die dan weer zou moeten worden gekoppeld aan het zelf inkopen van een traject, omhoog zou moeten.