Het gesprek over het verdienvermogen van Nederland wordt vooral gevoerd door organisaties die opkomen voor bestaande belangen. De investeringen komen daardoor vooral terecht bij bestaande industrieën en bestaande ondernemersnetwerken. Vernieuwing en innovatie komen echter bij nieuwe ondernemers vandaan: de ontbrekende ondernemers.
Deze (toekomstige) ondernemers zijn nu niet in beeld bij beleidsmakers, maar zullen in de toekomst belangrijk zijn om het verdienvermogen in Nederland op peil te houden, zoals ook benoemd in het SER-advies Brede Welvaart in 2040.
Het OECD/OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft berekend dat Europa veel welvaart en groei misloopt vanwege het ontbreken van 7,5 miljoen ondernemers in de economie. In Nederland gaat het hierbij om 285.000 vrouwen, personen met een migratieachtergrond, wetenschappers of andere groepen die meer drempels ondervinden om een onderneming te starten.
Vooral het aantrekken van groeifinanciering is voor deze ondernemers lastig. Voor hen is de financieringsmarkt niet toegankelijk en niet inclusief genoeg. Volgens het CBS zijn er in 2022 ongeveer 100.000 van de 230.000 nieuwe ondernemingen gestart door personen die niet in Nederland zijn geboren, of eerste generatie kinderen zijn van migranten. Deze ondernemers hebben niet de netwerken beschikbaar of de kennis voorhanden om de juiste (groei)financiering aan te vragen en de financiële sector heeft ook niet de juiste financiële producten beschikbaar voor deze ondernemers.
In de discussie over het aanjagen van investeringen en het toekomstig verdienvermogen van Nederland zou meer aandacht moeten komen voor deze groepen ondernemers. Voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland zijn de 'ontbrekende ondernemers' namelijk van vitaal belang.