'Wet voor versnelde aflossing schulden zorgt in de praktijk eerder voor vertraging'

 



De nieuwe wet die het aflossen van schulden moet gaan versnellen zorgt in de praktijk voor vertraging, omdat een definitieve ingangsdatum ontbreekt. Het is belangrijk dat er spoedig meer helderheid komt over de inwerkingtreding van de wet en ook over het overgangsrecht voor lopende schuldregelingstrajecten. Pas dan is voor alle betrokken partijen voorspelbaar wanneer en voor welke groep de kortere looptijd tijdens de overgangsperiode kan worden ingezet.

In februari is onverwacht een wetswijziging aangenomen die het aflossen van problematische schulden moet versnellen. De looptijd van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) wordt gehalveerd van drie naar anderhalf jaar. Ook tellen straks de maanden die iemand spaart in het voortraject (minnelijke schuldregeling) straks al mee voor de looptijd van de Wsnp. De aanpassing van de looptijd van de Wsnp zorgt automatisch ook voor een halvering van de looptijd van nieuwe minnelijke schuldregelingen bij de gemeente, die nu al kan anticiperen op deze kortere termijn.

Het is alleen nog niet bekend wanneer deze wetswijzigingen daadwerkelijk ingaan en of lopende schuldregelingen kunnen meeprofiteren van de nieuwe wet. Ook is er geen overgangsrecht dat omschrijft hoe we van de huidige situatie met de lange schuldsaneringstermijn soepel over kunnen gaan naar de nieuwe situatie met de kortere looptijd.

Het ontbreken van deze informatie zorgt er daarom nu voor dat het minnelijk voortraject bij gemeenten juist vertraagt in plaats van versnelt. Onderhandelingen over nieuwe schuldregelingen staan in sommige gevallen zelfs ‘on hold’. Ook merken gemeenten dat inwoners wachten met het vragen om hulp omdat zij de kortere looptijd af willen wachten.

 

 

Dit is een expertquote van Patricia Eickmans-van der Poel, juridisch specialist schuldhulpverlening bij Wolters Kluwer Schulinck.

Nieuwer Ouder