'Mogelijk snellere marathons met een constant tempo'

 



Zondag 16 oktober vindt de marathon van Amsterdam plaats. De toplopers zullen dan gaan strijden om het Nederlands kampioenschap. Eén van hun grootste uitdagingen is hoe ze hun energie verdelen. Een te snelle start kan zorgen voor vroege vermoeidheid, terwijl langzaam starten het lopen van een toptijd moeilijk maakt. Lopers lijken er goed aan te doen als ze een zo vlak mogelijke race lopen.

Om de ideale marathonstrategie te bepalen analyseerden wetenschappers alle wereldrecords van mannelijke lopers tussen 1967 en 2014. Ze ontdekten dat wereldrecords sinds de jaren ’90 worden gelopen met een licht aflopend schema, waarin de tweede helft van de marathon ietsje sneller is dan de eerste helft. De onderzoekers verwachten echter dat het met een vlak schema nóg sneller kan: lopers zouden dus een zo constant mogelijk tempo moeten lopen voor de snelste eindtijd.

Het aanhouden van een vlak schema is alleen nog niet zo makkelijk. Het helpt om een ‘haas’ te volgen die in het gewenste tempo loopt – in ieder geval tijdens het eerste deel van de race. In een groepje lopen helpt ook. Een bijkomend voordeel van het lopen in een groepje is bovendien dat een loper minder afgeremd wordt door de luchtweerstand. Volgens de wetenschappers doen hardlopers er daarom goed aan als ze van tevoren geschikte groepsgenoten zoeken, met wie ze samen een constant tempo kunnen lopen.


Dit is een expertquote van Willem-Paul Wiertz, specialist Topsport Topics, Kenniscentrum Sport & Bewegen.


Nieuwer Ouder