'Er is al genoeg kennis beschikbaar voor ondersteuning mantelzorgers'

 





Met de groei van het belang van mantelzorgers in onze samenleving, groeit ook de aandacht voor hoe we mantelzorgers het beste kunnen ondersteunen in hun waardevolle, maar soms moeilijke taak. Staatssecretaris Van Ooijen kondigt in zijn laatste Kamerbrief meerdere verkenningen aan op dit thema. Maar mantelzorgers help je niet met een volgende verkenning. En het is ook niet zo nadrukkelijk nodig. We weten al veel over wat er nodig is en wat helpend is. Laten we vooral deze kennis toe gaan passen.

Zo hebben we bijvoorbeeld goed in beeld wat jonge mantelzorgers nodig hebben en wat werkt in de ondersteuning van hen. Zo weten we dat rondom een kind, jongere en adolescent vele partijen betrokken kunnen zijn die een stukje in deze puzzel vormen in de ondersteuning. Je kunt het als professional of organisatie niet alleen. Zo is de school belangrijk, maar een verkenning alleen gericht op scholen, zoals Van Ooijen voorstelt, heef het risico van een te eenzijdige benadering. Bovendien gebeurt er al heel veel waar scholen bij aan kunnen sluiten/gebruik van kunnen maken, zoals multidisciplinair overleg jeugd en onderwijs.

Als het gaat om mantelzorgondersteuning in gemeenten kunnen we leren van de vele trajecten die er al met gemeenten doorlopen zijn. Zo weten we hoe de lokale netwerksamenwerking onder regie van de gemeente en met medewerking van steunpunten mantelzorg leidt tot optimale mantelzorgerondersteuning. Samendoen staat centraal.

Tot slot weten we vanuit ervaringen met het Adviesteam Mantelzorg (genoemd door Van Ooijen in de Kamerbrief) dat gemeenten behoeften hebben aan toegepaste kennis en concrete adviezen.

Kortom: de oplossing zit in samenwerken én het benutten van kennis.

Dit is een expertquote van Roos Scherpenzeel, expert informele zorg, Movisie.



Nieuwer Ouder