Wat is dat eigenlijk, het 'historisch' zorgakkoord wat getekend is?


Tal van organisaties in de zorg hebben vrijdagavond het integrale zorgakkoord getekend met minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers. Volgens het kabinet is dit akkoord van belang om de zorg toegankelijk, toekomstbestendig en betaalbaar te houden. Maar wat zijn de plannen? En waarom hebben de huisartsen dit akkoord niet ondertekend?

Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) wil de overheid de zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar houden. Om dit te bereiken moet de zorgsector zich minder richten op ziekte en meer op gezondheid. Zo zouden mensen gezonder moeten eten en meer moeten bewegen om gezondheidsproblemen te voorkomen.

Zelfredzaamheid en geestelijke gezondheid worden ook steeds belangrijker. Bestrijd bijvoorbeeld schuldsanering en eenzaamheid, want dat helpt ook om gezond te blijven. Kortom: meer voorkomen dan genezen.

Bovendien moeten beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg rekening houden met de “culturele en sociaaleconomische” verschillen van hun patiënten. Zo wordt er niet altijd goed voor mensen gezorgd die nu minder geld hebben of een verstandelijke beperking hebben. Omdat ze te maken hebben met een combinatie van problemen of omdat ze niet weten tot wie ze zich moeten wenden.

Zorgpersoneel moet ook efficiënter en eenvoudiger gaan werken. Zodat ze tijdens hun dienst minder tijd kwijt zijn aan administratie. Het moet meer digitaal, bijvoorbeeld met gezondheidsapps, zodat patiënten meer zelf kunnen doen. Hierdoor kunnen medewerkers hun tijd en energie slimmer gebruiken.

Ook wil de overheid dat zorgmedewerkers meer plezier in hun werk hebben. Dit zou moeten gebeuren doordat ze vaker zelf mee kunnen bepalen hoe ze hun werk doen.

Alle partijen zijn het erover eens: de zorg kan en moet beter. Al was het maar omdat we gemiddeld langer leven. De zorgvraag neemt daardoor toe, terwijl er meer ouderen zijn in verhouding tot het aantal werkenden. Resultaat: nog hogere werkdruk.

In vergelijking met andere sectoren kampt de zorg nu al met meer ziekteverzuim en meer mensen die hun baan opzeggen. Functies zijn moeilijk in te vullen, wat de werkdruk nog meer vergroot.

Meer geld in de zorg ziet het kabinet echter niet als oplossing en daarom is er nog geen akkoord bereikt. Volgens het plan gaat al 13 procent van het nationaal inkomen naar zorg en welzijn. Zonder bezuinigingen verwacht het ministerie van Volksgezondheid dat de uitgaven verder oplopen tot 21 procent. Dat is volgens haar niet realistisch en ook niet wenselijk. Ook andere sectoren hebben immers geld nodig om de kwaliteit van leven voor iedereen in Nederland op peil te houden.

Ook zal meer geld het personeelstekort in de gezondheidszorg niet oplossen, zegt de regering. Een op de zes werknemers in Nederland werkt al in de zorg. “Als we doorgaan zoals voorheen, zal in 2040 één op de vier werkenden in de zorg werken. Dat is niet haalbaar”, aldus het plan. Ongeveer hetzelfde aantal verpleegkundigen moet dus meer zorg verlenen. Dit schiet bij verschillende zorgorganisaties in het verkeerde keelgat.

Het kabinet wil zelfs bezuinigen op sommige onderdelen van de zorg. Het budget voor huisartsenzorg wordt de komende jaren met maximaal 80 miljoen euro verlaagd. De wijkzorg krijgt 600 miljoen euro minder.

Het budget voor multidisciplinaire zorg wordt met 20 miljoen euro verlaagd. In deze zorgtak werken huisartsen samen met specialisten, bijvoorbeeld voor de behandeling van bepaalde ziekten. Deze bezuinigingen hebben te maken met het feit dat de budgetten van voorgaande jaren niet volledig op zijn gemaakt.

De huisartsen hebben de overeenkomst uiteindelijk niet ondertekend. De LZV is gedurende het hele proces bij de onderhandelingen betrokken geweest. De partij gaat ook akkoord met de afspraken. Er zijn alleen zorgen over de uitvoering in de praktijk. Hoe de afspraken werken wordt gemonitord, zegt Kuipers.

De LZV had eerder aangegeven zich zorgen te maken over de totstandkoming van de plannen omdat ook de overheid in het verleden gemaakte afspraken niet nakwam. Daarom riepen de huisartsen op tot meer concrete verplichtingen. Ook was het slecht gevallen dat Kuipers niet kwam spreken op de grote artsendemonstratie in juni.

Nieuwer Ouder