Nieuwe publicatie in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.
De politie beweegt mee met de digitalisering van de samenleving. Uit onderzoek van Twynstra Gudde, in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, blijkt dat steeds meer organisatieonderdelen binnen de politie online gegevens vergaren ten behoeve van intelligence en opsporing. Dit roept vragen op met betrekking tot taakverdeling en afstemming tussen organisatieonderdelen. Online gegevensvergaring door de politie vindt zowel handmatig als geautomatiseerd plaats en draagt bij aan de intelligencepositie van de politie en aan de resultaten van opsporingsonderzoeken. Het juridisch kader voor online gegevensvergaring door de politie is echter op dit moment nog gebaseerd op politiewerk in de fysieke wereld. De ‘vertaling’ hiervan naar de onlinewereld, als tijdelijke noodoplossing, zorgt in de praktijk voor onduidelijkheden. Daarom is een van de aanbevelingen om het juridisch kader voor online gegevensvergaring door de politie te verduidelijken.
Het onderzoek
Het internet heeft het politiewerk op uiteenlopende manieren veranderd. Een van de veranderingen is dat er voor de politie een bron van gegevens bij is gekomen. In dit verkennende onderzoek wordt in kaart gebracht op welke wijze de politie online gegevens vergaart ten behoeve van zowel intelligence als opsporing (internet rechercheren). De uitkomsten zijn gebaseerd op interviews met 41 respondenten die werkzaam zijn in de informatieorganisatie, basisteams en rechercheonderdelen.
Vergaring van online gegevens
Uit het onderzoek komt naar voren dat het online vergaren van gegevens in steeds meer organisatieonderdelen binnen de politie plaatsvindt. Dit maakt dat er behoefte is aan afstemming binnen en ook tussen eenheden: wie doet wat? Daarnaast blijkt dat het gebruik van online vergaarde gegevens ten behoeve van intelligence gebruikelijker is dan in het kader van opsporing. In beide domeinen wordt zowel handmatig gewerkt als gebruik gemaakt van software.
Bevoegdheden en onduidelijkheden
Met name bij de online intelligencevergaring worden door de politie onduidelijkheden met betrekking tot bevoegdheden ervaren. Deze gaan vooral over de reikwijdte van artikel 3 van de Politiewet en over het gezag op het gebied van online gegevensvergaring ten behoeve van de openbare orde. In de opsporing speelt vooral de vraag wanneer het online vergaren van gegevens een ‘stelselmatig’ karakter krijgt, wat wil zeggen dat het een meer dan geringe inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van burgers. Er zijn rechercheurs die het criterium van stelselmatigheid binnen dit juridische kader op onjuiste wijze interpreteren. Het online vergaren van gegevens is een vakgebied binnen digitaal politiewerk. Het bijhouden van dit vakgebied kost tijd en is voor politiemensen die incidenteel actief zijn met het online vergaren van gegevens niet goed mogelijk.
Doorontwikkeling
Op basis van het onderzoek worden verschillende aandachtspunten voor de doorontwikkeling van online gegevensvergaring binnen de politie meegegeven. Deze hebben vooral betrekking op de digitale ‘fitheid’ van leidinggevenden, een betere verankering van het vakgebied binnen de recherche, het verduidelijken van het juridisch kader en het waarderen en faciliteren van de professionals die dit relatief nieuwe politiewerk uitvoeren. Op weg naar een meer volwaardige politie op het web.
Persbericht: Het Programma Politie en Wetenschap