Miljardenplannen krijgen plek in onderwijsbegroting



Prinsjesdag 2022 heeft voor het onderwijs weinig verrassingen in petto. De eerste begroting van het kabinet Rutte-IV bevat vooral een uitwerking van de eerder gepresenteerde plannen uit het regeerakkoord.

Zoals verwacht wordt deze Prinsjesdag gedomineerd door de ongekende inflatie en financiële problemen die dat voor veel burgers met zich mee brengt. Met een omvangrijk pakket aan maatregelen wil het kabinet de financiële pijn verzachten, zo werd voor het weekend al bekend. Studenten die vanaf volgend studiejaar recht hebben op een basisbeurs, kunnen bijvoorbeeld 165 euro per maand extra verwachten. Het kabinet wil vanaf januari de opgelopen energiekosten voor huishoudens beteugelen met een prijsplafond. Extra compensatie voor onderwijsinstellingen die met torenhoge energieprijzen worden geconfronteerd, ligt nu niet op tafel.

Tamar van Gelder, voorzitter van de AOb: “Er worden maatregelen genomen om de energierekening te drukken, maar de inflatie is niet weg. En onderwijs-cao’s lopen tot minstens voorjaar 2023. Zo lang kunnen leraren en onderwijsondersteuners niet wachten. We zien nu al dat collega’s in de scholen in financiële problemen komen.” Ook bij leerlingen en studenten zorgt armoede volgens Van Gelder voor heel veel stress: “Dat neem je mee in het klaslokaal of naar de collegezaal. We maken ons ernstig zorgen over de gevolgen hiervan.” De AOb vindt dat haast is geboden met de inflatie-compensatie. “Anders dreigt een nog groter lek van personeel uit het onderwijs. Een onderwijsassistent kijkt ook naar zijn of haar huishoudboekje en kan meer verdienen in andere sectoren. Ook een ict-docent krijgt een hoger salaris bij een marktpartij.”


Bekende plannen 

De onderwijsbegroting wijst bedragen toe aan al eerder aangekondigde plannen: bijvoorbeeld voor het verkleinen van de kansenongelijkheid, het versterken van basisvaardigheden en het verbeteren van de positie van leraren en schoolleiders. Voor dat laatste staat 838 miljoen euro ingeboekt voor komend jaar. Afgelopen voorjaar werd al een akkoord bereikt over anderhalf miljard euro structureel voor lerarensalarissen in het primair onderwijs en werkdrukverlichting in het funderend onderwijs. Daarmee werd eindelijk de loonkloof voor leerkracten in het primair onderwijs gedicht, het resultaat van jarenlang actievoeren.


Voltijdsbonus 

Het lerarentekort is met alle investeringen niet opgelost. Krapte op de arbeidsmarkt noopt het kabinet tot financiële prikkels waaronder een voltijdsbonus – iets wat volgens de AOb in strijd is met regels die een gelijke behandeling tussen deel- en voltijders voorstaan. De onderwijsministers willen – wat het lerarentekort betreft – praten over ‘verdergaande en onorthodoxe maatregelen om tot structurele oplossingen te komen’. In de onderwijsbegroting schrijven ze dat deze ‘het hart van het onderwijsstelsel raken: bekostiging, bestuur en toezicht, en de wijze waarop het onderwijs in scholen is georganiseerd’. Van Gelder van de AOb: “Dit zou stap één kunnen zijn richting het terugdraaien van de decentralisatie (dat schoolbesturen, in de vorm van sectorraden, veel macht kregen, red.). Daar is het onderwijs na 25 jaar heel erg aan toe.” In zijn Troonrede zei Koning Willem Alexander vanmiddag: “Alleen met een goed opgeleide beroepsbevolking kunnen we bouwen aan een innovatieve en ondernemende toekomst.” Van Gelder werkt de stelling nog wat verder uit: “Voor alle grote ambities en uitdagingen op het gebied van gelijke kansen, woningbouw en de energietransitie zijn deze ‘goed opgeleide mensen’ nodig. Hiervoor zijn ook in het mbo voldoende bevoegde leraren cruciaal.”


Persbericht: AOB


Nieuwer Ouder