Onafhankelijkheid, economische groei en werkgelegenheid op lange termijn komen sterk onder druk als gerichte -tijdelijke- steun voor de energie-intensieve industrie vanuit de overheid uitblijft. De recent aangekondigde EU-maatregelen halen de druk enigszins van de ketel. Het tijdelijke prijsplafond op Russisch gas en de inzet van een deel van de extra winsten van energieleveranciers ten gunste van de bedrijven die door de enorme prijsstijgingen getroffen worden lijken logisch.
Zonder gelijk speelveld zal productie verplaatsen
De torenhoge energieprijzen hebben forse impact. Bedrijven als Nyrstar (zink) en Aldel (aluminium) hebben de productie afgeschaald of zelfs gestopt omdat niet meer winstgevend geproduceerd kan worden. De productie van zink is nu verplaatst naar andere vestigingen van het concern in België en Frankrijk. Hier heeft de overheid snel geschakeld en specifieke steun ingezet. Hetzelfde vraagstuk speelt in de chemische-, voedingsmiddelen-, bouwmaterialen- en papierindustrie. De industrie is internationaal actief en daarom is een gelijk -Europees- speelveld cruciaal voor het behoud van deze industrietak in Nederland.
Weerslag op concurrentiepositie en werkgelegenheid
Productieverschuivingen zijn ingrijpend en hebben vaak een blijvend effect. Het bestaansrecht van sommige bedrijven in energie intensieve industrie komt op losse schroeven als er geen gerichte ondersteuning komt in lijn met andere EU-landen. Hoogtechnologische sectoren met forse R&D en duurzaamheids-investeringen staan aan de basis staat van veel (internationale) productieketens. Zoals voedsel, bouw, metaalproducten-, kunststofproductenindustrie en automotive. Een domino-effect in de keten is daarom een aanzienlijk risico. Productiestops en -verschuivingen hebben op termijn een negatieve weerslag op de concurrentiepositie, economische groei én werkgelegenheid. En op nieuwe investeringen in Nederland.
Behoud productieketens
De EU is van plan een prijsplafond op Russisch gas in te stellen om de gevolgen van hoge prijzen te beperken. Dat daarnaast de extra winsten die energiebedrijven maken in afstemming voor een deel gericht ingezet kunnen worden om de industrie te ondersteunen is ‘money well spent’. In een gelijk Europees speelveld kan de Nederlandse uitstekend internationaal concurreren.