Aantal leerlingen speciaal onderwijs neemt sterk toe

 



Voor het eerst gaan er weer meer leerlingen naar het speciaal onderwijs dan voor de invoering van passend onderwijs in 2014. Deze wetswijziging moest er juist voor zorgen dat leerlingen zoveel mogelijk naar een reguliere school gaan.

Het (voortgezet) speciaal onderwijs nam na de invoering van passend onderwijs af, maar groeit inmiddels al jaren. Het speciaal onderwijs (so) telt intussen 33.608 leerlingen op 318 scholen en het vso 37.998 leerlingen op 335 scholen. In schooljaar 2013/2014 ging het respectievelijk om 31.800 en 39.300 leerlingen. Dit blijkt uit de betreffende onderwijsverslagen van de inspectie. Voor het eerst zijn er dus weer meer leerlingen in het speciaal onderwijs dan voor de invoering van passend onderwijs in 2014, constateert de inspectie. Het vso blijft daar nog onder, maar laat wel een stijgende lijn zien. De inspectie doet nader onderzoek naar de oorzaak van de groei, maar feit is dat die zich vooral voordoet in cluster 3 en 4 en dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften ‘beduidend vaker’ uitvallen in het regulier onderwijs.


Ontoegankelijk 

Het aantal (v)so-leerlingen dat tussentijds of aan het einde van de opleiding naar regulier onderwijs gaat, blijft daarbij ook dalen. Daarnaast zijn er volgens de inspectie nog te veel scholen niet toegankelijk voor leerlingen met een fysieke beperking en op verreweg de meeste scholen ontbreken ruimtes voor medische zorg of voor leerlingen die zich even willen terugtrekken. De inspectie noemt dit alles ‘zorgwekkend in het licht van de ontwikkeling naar meer inclusief onderwijs’.

 

Ambitie

Want inclusief onderwijs is wat minister Dennis Wiersma (VVD) en de Kamer binnen vijftien jaar voor ogen hebben. Daarbij gaat de ambitie verder dan passend onderwijs, al is het verschil nergens duidelijk gedefinieerd. Acht jaar na de invoering zijn er bovendien nog veel vragen over het effect van passend onderwijs. Uit de evaluatie in 2020 blijkt dat niet vast te stellen is of de ondersteuning van leerlingen is verbeterd en of het geld wel op de goede plek terechtkomt. Er is niet eens bewijs dat het aantal leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte op reguliere scholen is toegenomen. Daarentegen is het aantal thuiszitters net als het aantal (v)so-leerlingen gestegen. De minister wil vaart maken met de verbeteraanpak en hoopt eind dit jaar een ‘routekaart’ naar inclusief onderwijs te presenteren.

Basis op orde

 De AOb vreest dat de verbeteraanpak niets wezenlijks verandert in de klas en vindt de inclusie-ambitie van de minister niet realistisch. “Door de tekorten en hoge werkdruk staan leraren in de overlevingsstand”, zegt AOb-bestuurder Thijs Roovers. “Eerst moet de basis op orde: kleinere klassen, voldoende bevoegde collega’s, extra handen in de klas en expertise op schoolniveau. De minister gaat compleet voorbij aan de problemen en zorgen van de leraren, terwijl hij zonder draagvlak die ambitie nooit gaat halen.”






Persbericht: AOB

Nieuwer Ouder